De vraag van deze maand is van Christina Skinner, die aan de Universiteit van Newcastle haar doctoraat in de mariene biologie afrondt. Ze bestudeert de ecologische verbindingsrol van roofdieren op koraalriffen. Interessant, toch? Tina vroeg ook: Hoe kan ik er zeker van zijn dat ik genoeg spaar? Hoe weet ik dat het genoeg zal zijn voor als ik met pensioen ga?

Dat is een heel belangrijke vraag, Tina. Wat financiële planning bijzonder lastig maakt, is dat het te laat kan zijn tegen de tijd dat je je realiseert dat je het verkeerd hebt gedaan. Gezien het belang ervan, vinden wij het moeilijk te begrijpen waarom ze ons op school geen financiële planning leren. Als je hier op je 29e al over nadenkt, ben je veel verder dan anderen, dus bedankt dat je het vraagt! Voordat we Curvo begonnen, hadden we dezelfde vraag en we zullen proberen om je het beste antwoord te geven op basis van onze kennis en ervaring.

Begin met een noodfonds

Alvorens te beginnen sparen voor de toekomst, raden wij aan om eerst geld opzij te zetten in een noodfonds. Het doel ervan is een vangnet te vormen voor onverwachte gebeurtenissen: je verliest je baan, je auto gaat stuk en heeft een dure reparatie nodig, er is een lek in je huis en het sanitair moet worden gereviseerd, enz... Zonder een noodfonds om aan te spreken, kunnen dergelijke gebeurtenissen je dwingen een lening aan te gaan tegen een exorbitante rentevoet. En schulden vermijden is de eerste regel van een verantwoorde financiële planning.

We raden aan dat het noodfonds ongeveer 3 tot 6 maanden van je maandelijkse uitgaven bedraagt. Dus als je ongeveer € 1.000 per maand uitgeeft, is het opzij zetten van € 3.000 tot € 6.000 prima. Verder is het belangrijk dat je dit geld niet belegt. Zet het gewoon op een spaarrekening, zodat je er bij kunt wanneer je maar wilt.

Als je eenmaal een noodfonds hebt opgezet, feliciteer jezelf dan en geniet van de gemoedsrust die dat met zich meebrengt. Helaas leven te veel mensen van maand op maand en zijn zich er niet van bewust dat ze in financiële problemen kunnen komen in geval van onverwachte gebeurtenissen.

Man in boot op meer

De regel van 25

Laten we nu eens kijken hoeveel je zou moeten sparen. De "regel van 25" zegt dat je 25 keer je jaarlijkse uitgaven gespaard moet hebben om van je spaargeld te kunnen leven. Dit getal houdt rekening met een matig rendement op je spaargeld en met inflatie, mogelijke economische tegenvallers, enz. Stel dat je jezelf tijdens je pensioen € 2.500 per maand wilt betalen. Ervan uitgaande dat je geen pensioen krijgt, zegt de regel dat je 750.000 euro moet hebben gespaard (25 keer de jaarlijkse uitgaven) op de dag dat je met pensioen gaat.

Dat is een hoop geld! Gelukkig hebben we in Europa door de staat gefinancierde pensioenstelsels die een groot deel van je inkomen bij pensionering leveren. Laten we eens doen alsof het Verenigd Koninkrijk je een pensioen van € 2.000 per maand betaalt (en dat ze ondertussen Brexit hebben teruggedraaid en zich bij de euro hebben aangesloten 😀 ). Je hoeft dan slechts €500 per maand van je eigen geld te voorzien. In dat geval daalt het bedrag dat je tegen je pensioen gespaard moet hebben tot € 150.000. Dat lijkt nog steeds veel (dat is het ook!) maar het is zeker haalbaar door je spaargeld verstandig te beleggen en het geld voor je te laten werken. Als je bijvoorbeeld vandaag € 500 opzij zet en belegt in een fonds met een jaarlijks rendement van 6%, zal dit gegroeid zijn tot € 4.073 tegen de tijd dat je 65 bent.

De regel van 25 is nuttig als je weet hoeveel je tijdens je pensioen zult uitgeven en hoe hoog je pensioen zal zijn. Op jouw leeftijd zijn die dingen echter onbekend. Laten we het dus vanuit een meer praktisch oogpunt bekijken.

20 procent is het streefcijfer

Een goede vuistregel is dat je ernaar moet streven ongeveer 20 procent van je inkomen te sparen als je rond je dertigste bent. Natuurlijk is ieders financiële situatie anders, dus stress je niet als dat nu niet realistisch voor je is. Iets sparen is beter dan niets.

Het bijhouden van al onze uitgaven gedurende ongeveer 3 maanden hielp ons enorm om een beeld te krijgen van onze financiële situatie en we raden iedereen aan hetzelfde te doen. Sommige banken bieden zo'n tracking aan via hun mobiele apps. Anders zul je het handmatig moeten bijhouden. Als je eenmaal weet hoeveel je elke maand uitgeeft, kun je gemakkelijk berekenen hoeveel van je inkomen je kunt sparen. Bovendien geeft het je grote inzichten in hoe je je uitgaven kunt verminderen. Zoek uit welke uitgaven echt belangrijk voor je zijn en probeer minder geld uit te geven aan dingen die niet veel aan je leven toevoegen. Misschien kom je er wel achter dat je veel uitgeeft aan uit eten gaan. Begin met het verminderen van je uitstapjes naar restaurants. Aan de andere kant, als je een liefhebber van eten bent, wil je misschien geld blijven uitgeven aan restaurants omdat je zo geniet van die momenten!

Zodra je een duidelijk beeld hebt van je maandelijkse budgettering, stel je een eerste spaarpercentage vast waar je je goed bij voelt. Het is OK om laag te beginnen, bijvoorbeeld 5 of zelfs 2 procent. Vanaf dat moment kun je het geleidelijk elke paar maanden verhogen. Het is prima om het te verlagen wanneer je het gevoel hebt dat je niet genoeg geld hebt om de maand door te komen. Houd altijd dat doel van 20 procent in gedachten. Het zal je behoeden voor zelfgenoegzaamheid. En als je een loonsverhoging krijgt, zorg er dan voor dat je je spaarbedrag overeenkomstig verhoogt.

Conclusie

"Spaar niet wat overblijft na het uitgeven, maar geef uit wat overblijft na het sparen".

Dit citaat van Warren Buffett, de meest succesvolle belegger van de laatste 50 jaar, vat het samen. Streef naar een spaarquote van 20 procent, maar voel je niet slecht als je huidige situatie dat onmogelijk maakt. Het belangrijkste is dat je zoveel mogelijk spaart, terwijl je nog steeds geld kunt uitgeven aan dingen die belangrijk voor je zijn.

Ik hoop dat dit je vraag beantwoord heeft Tina, en laat het ons weten als je nog meer vragen hebt!